Het grote grotedierenboek; het kleine kleinedierenboek

Je neemt dit hele grote boek in de hand en je merkt al direct iets speciaal. Niet alleen is het écht groot en zacht, in de voorkant van het boek zit ook een klein boek verwerkt met de titel ‘Het kleine kleinedierenboek’, een volwaardige tegenhanger van ‘Het grote grotedierenboek’.

Het kleine boekje start met een beestje dat alleen al omwille van zijn geweldige naam een geamuseerde glimlach tovert op mijn gezicht. Geef toe: Wimperspitsmuits, nog nooit van gehoord en hier wil ik zeker meer over te weten komen. Misschien ook een iets minder punt: veel kom je niet te weten. De nadruk van dit boek ligt op de tekeningen. Die vullen twee bladzijden en onderaan krijg je een beetje informatie. Toch voldoende om de rest van het boekje te exploreren. Ik leer wel nieuwe wezentjes kennen en moeilijke namen zoals Phyllobates terribilis worden niet geweerd. Gelukkig worden ze voldoende afgewisseld met namen zoals Varkensneusvleermuis. Plezier verzekerd.

‘Het grote grotedierenboek’ is qua lay-out hetzelfde opgebouwd. De tekeningen zijn groot, bladvullend en imposant. En dan valt me iets op. Zowel in het kleine als het grote boek staat bij elk dier een klaproos afgebeeld. Een leuk detail en vermoedelijk om hoe groot of klein iets wel is te visualiseren? Het benadrukt ook weer eens dat de lay-out wel doordacht is opgebouwd.

Neem je dit boek als informatief boek ter hand en wil je heel veel te weten komen, dan kan je beter andere boeken raadplegen. Maar wil je genieten van het samen lezen en kijken, dan heb je een mooi exemplaar voor je liggen.