In ‘Het grote boek van woorden en plaatjes’, richt Ole Könnecke zich tot kinderen die de wereld om zich heen pas beginnen te ontdekken. Hij vertrekt van voorwerpen die deel uitmaken van de vertrouwde leef- en ervaringswereld van peuters. Doorheen het boek breidt hij deze uit van de huiselijke omgeving naar wat zich daarbuiten afspeelt. Zo komen onder andere seizoenen, gereedschap, fruit, voertuigen, speelgoed, sport, muziek, ook cijfers, letters, vormen en zelfs gevoelens aan bod.
Ole Könnecke zet met een paar duidelijke lijnen en beperkte kleuren duidelijke voorwerpen en lieflijk onschuldig ogende dierfiguurtjes neer. Deze laatste voeren aan de realiteit verbonden handelingen uit en beschikken over een, dankzij kleine maar trefzekere accenten, sprekende mimiek. Bij elk voorwerp staat de naam met het bijhorende lidwoord gedrukt, dit alles tegen een witte achtergrond. De soberheid die zo gecreëerd wordt, straalt daardoor een schijnbare eenvoud en rust uit. Die rust nodigt uit tot kijken, benoemen, uitbreiden van de woordenschat maar vooral ook tot het leggen van verbanden.
Zo worden de kruimels van nietsvermoedende, koekjes etende diertjes opgezogen door ooievaar die hen ernstig met een stofzuiger achternakomt. Kledingstukken worden in de volgorde waarin ze worden aangetrokken voorgesteld. 'Vervoermiddelen' start met een eendje, dat wordt voortgeduwd in een kinderwagen. Verspreid over twee bladzijden verplaatst dit eendje zich met op elkaar aansluitende vervoermiddelen om uiteindelijk, heel wat ouder, via diverse tweewielers, een auto, een wandelstok en vervolgens rollator, zich alweer te laten duwen in een rolstoel.
Een flinke dosis humor, gecombineerd met een groot tekentalent en een doordachte lay-out, maakt dat dit groot hardkartonnen aanwijsboek met afgeronde hoeken zich onderscheidt van gelijkaardige uitgaven. Dit grote boek vol plaatjes en zelf te ontdekken kleine verhaaltjes nodigt uit om talloze keren samen te lezen. En wellicht valt er steeds opnieuw iets in te beleven.