Het geheim van Tante Fien

Het verhaal begint met een klassiek filmbeeld: temidden van hevige regen en een loeiende wind komt het achtjarige weesmeisje Nico bij haar verre tante aan. Tante Fien woont helemaal geïsoleerd, in een groot en krakkemikkig kasteel. Haar huis trilt regelmatig, en uit de grond is dan een grommend geluid te horen. Nico moet steeds op haar tenen lopen en altijd fluisteren. Ze weet zeker dat hier een duister geheim schuilt. 

Dat klinkt als het begin van een eng griezelverhaal, niet? Al gauw blijkt Tante Fien een heel lief warhoofd te zijn bij wie Nico een warme thuis vindt. En het geheim is helemaal anders dan wat wij mensen hierover denken. Het wordt een warm en teder verhaal dat treffend wordt verbeeld in de bekoorlijke en fijngevoelige illustraties van Hanneke Siemensma. Met zachte blauwtonen van kleurpotlood en houtskool creëert ze een ingetogen en dromerige sfeer. Enkele illustraties, zoals de lange rij schattige knuffels of de ondeugende Nico op de statige trap, lijken wel fijne miniaturen. 

Haar beelden tillen dit boek zeker naar een hoger niveau want op het verhaal zelf is wel wat aan te merken. Het verteltempo is aanvankelijk traag met een lange aanloop naar de onthulling van het geheim. Bovendien worden niet alle elementen rond de figuur van Tante Fien goed uitgewerkt en is de ontknoping bepaald eenvoudig. Maar alles bijeengenomen is Het geheim van Tante Fien een lichtvoetig en visueel aantrekkelijk boek. En wie zou de lieve en guitige Nico niet in zijn armen willen sluiten?