Het erf van haan

Op het erf van haan is dag en nacht wat te beleven: de kat verjaagt iedereen om zelf het beste plekje te bemachtigen, de geit is jaloers op het schaap en het paard verliefd op de koe. Alle dieren leven op het ritme dat de haan aangeeft. Maar dan geeft de haan er de brui aan.

Dit boek met zeven verhalen gaat heel het eerste leerjaar mee, gezien het in drie stappen evolueert van AVI S tot AVI 3. Het eerste deel bevat een flink pak woorden die niet zo evident lijken voor een zesjarige: erf, maf, tuk, kil, baal, heg, loom, nok, bof, sof, puik, nijd, sneu, klit, enz. De zinnetjes die ermee gevormd zijn, zijn ook niet altijd vanzelfsprekend: ‘De zon is in de pot.’, ‘Is dit een lol?’ of ‘Ik was lek.’ En zelfs het verhaal is moeilijk te begrijpen, bijvoorbeeld over de kip die een steen vindt en deze door de reflectie van de zon erop als een schat beschouwt. Wanneer ze haar schat binnenhaalt, blijft er niet meer over dan een grijze kei. Pas wanneer ze de schat buiten deelt met de andere dieren, beseft ze dat hun bewonderende commentaar de echte schat is. Wanneer de auteur een leesniveau hoger gaat, stijgt de begrijpelijkheid en worden de verhaaltjes ook leuker. Zoals dat over het paard dat zich uitslooft om door de koe te worden opgemerkt. De illustraties zijn sfeervol en bieden ondersteuning om het dag- en nachtritme te volgen. Niet alleen met opgaande en ondergaande zon, maar ook gewoon met een klok, waarop gelijk geoefend kan worden in het kloklezen.