Het dagelijks leven bij ons in de dertiende eeuw

Over liefde en zo

In samenwerking met Kunsthal Sint-Pietersabdij, een kunsthal voor kinderen, geeft uitgeverij Clavis een reeks uit over ‘het dagelijkse leven in onze streken door de eeuwen heen’. Het tweede boek in deze reeks werd geschreven door Ludo Jongen, specialist in de Middelnederlandse letterkunde. Het handelt over de dertiende eeuw en kreeg als ondertitel ‘Over liefde en zo’. Aan de hand van de twaalf maanden van het jaar worden even veel aspecten van het middeleeuwse leven belicht. Enkele voorbeelden: bij december, de eerste maand die aan de beurt komt, wordt stilgestaan bij het begrip tijd en de manier waarop het jaar wordt ingedeeld; maart wordt gewijd aan het boerenbedrijf. Bij april hoort de titel ‘weg uit de wereld’ en het hoofdstuk handelt over het ontstaan van religieuze gemeenschappen. Bij de maand juni wordt over bijgeloof gesproken en bij september over schoolgaan in de middeleeuwen. De informatieve teksten worden hier en daar aangevuld met een fragmentje (in vertaling) uit een ridderroman of een heiligenleven. Er wordt veel opvallend veel aandacht besteed aan religie, hoewel dat uiteindelijk niet zo vreemd is, gezien de belangrijke plaats van de godsdienst in de westerse middeleeuwse samenleving. Wel een probleem is dat er in de tekst weinig of geen onderscheid wordt gemaakt tussen wat de mensen geloofden en de feiten achter dat geloof. Zo worden er enkele wonderverhalen verteld, maar wordt daar dan geen verdere duiding bij gegeven. Net als in het eerste deel werden de illustraties gemaakt door Jurgen Walschot, die zich baseerde op de wijze waarop middeleeuwse miniaturisten te werk gingen. Dit resulteerde in een wat naïef aandoende tekenstijl met non-figuratieve margedecoraties. In het eerste deel over de twaalfde eeuw ‘Over ridders en zo’ ondersteunden de illustraties té weinig de tekst (zo ontbraken er bijvoorbeeld kaartjes bij de geografische situering van de Lage Landen) maar dat is hier minder het geval. Ook de literatuurlijst achteraan is evenwichtiger samengesteld dan bij ‘Over ridders en zo’. Als geheel komt dit boek toch wat rommelig en chaotisch over. Zo hebben de behandelde thema’s niet altijd iets te maken met de maand waarbij ze horen (bijv. juni en bijgeloof, augustus en de bolvorm van de aarde). Misschien was het handiger geweest om dat dubbele thematische spoor niet aan te houden? Een probleem vormt ook de leeftijdsgroep waar het boek voor bestemd is. Volgens de achterflap is het bestemd voor kinderen vanaf tien jaar en meestal is de gegeven uitleg inderdaad erg bevattelijk geschreven (hier en daar misschien zelfs wat té ongenuanceerd: zo leest men bijvoorbeeld op p. 23 als verklaring voor "een kuis leven leiden": "dat wil zeggen dat ze zich netjes zullen gedragen"). Maar op andere plaatsen is het allemaal behoorlijk ingewikkeld. Wat bijvoorbeeld te denken van de volgende uitleg om de paasdatum te kunnen berekenen: "Vervolgens moet worden vastgesteld wanneer het volle maan is. De omlooptijd van de maan om de aarde is anders dan die van de aarde om de zon. Volle maan valt elke maand op een andere dag. Vanaf 21 maart komen 28 dagen in aanmerking. Pasen wordt gevierd op de eerste zondag na die volle maan. Is de maan pas op maandag 19 april vol, dan wordt Pasen op 25 april gevierd. Dankzij dit systeem kan Pasen van 22 maart tot en met 25 april vallen." (p.8) Tenslotte is de ondertitel ‘over liefde en zo’ enigszins misleidend. Enkel bij de maand mei wordt dit thema aangesneden, maar dan gebeurt het nog maar zijdelings, want eigenlijk handelt het hoofdstuk over samenleven met anderen en over de gedragsregels die daartoe werden ontwikkeld.