Het buitengewone boek voor de observatoloog
‘Een observatoloog is iemand die iedere dag op expeditie gaat, al is het maar voor even.’
Dit boek is een kolfje naar de hand van elke (jonge) natuurliefhebber met een drang naar veldwerk. Nadat uitvoerig en met grappige noten uitgelegd werd wat de taak van de observatoloog is, kan de expeditie beginnen. Wat volgt, zijn vier hoofdstukken telkens gewijd aan een andere ideale plaats waar je die kan organiseren. In volgorde van verschijnen zijn dat ‘een vochtig hoekje’, ‘de stoep’, ‘een veldje vol onkruid’ en ‘achter de schermen’.
Omdat kijken het belangrijkste talent is van de observatoloog, is het niet verwonderlijk dat de illustraties in dit boek minstens even belangrijk zijn als de tekst die erbij hoort. Kleine en paginagrote afbeeldingen wisselen mekaar af. De illustraties zijn waarheidsgetrouw maar niet altijd op ware grootte afgebeeld. Hou er ook rekening mee dat de auteur en illustrator Giselle Clarkson een fijn gevoel voor humor heeft en dat Bibi Dumon Tak dat perfect heeft weten te vertalen.
Het boek zit boordevol wist-je-datjes en er komen nergens echt grote stukken doorlopende tekst voor. Over de lay-out en de bladspiegel is overduidelijk goed nagedacht want de veelvoorkomende afwisseling zorgt ervoor dat het boek onmogelijk gaat vervelen. Er is steeds iets nieuws dat de aandacht trekt. Buiten het vergaren van kennis word je als lezer aangezet om zelf kleine dingen te ondernemen zoals het verplaatsen van een spin of het besluipen van een beestje zonder dat het schrikt.
Wil je helemaal zeker zijn of je wel geschikt bent als observatoloog, maak dan zeker het eindexamen achterin het boek. Geslaagd? Vlak ernaast vind je meteen je diploma in de observatologie. Proficiat!
Als je achteraf nog snel even iets wil opzoeken, kan het register helemaal achterin je daarbij helpen.
Trek erop uit en geef je ogen de kost. Veel plezier!