Het boek vol fauten

Een appel die knippert, knappert en kraakt wanneer je erin bijt, dat is heel herkenbaar en daar is niets mis mee. Maar al snel draait in dit boek de boel helemaal in het honderd. De woorden horen niet bij de illustraties, een hond die als fiets wordt benoemd of een olifant die “Ding-dong” roept, dat klopt helemaal niet. De kleine gele bladwijzer die als toeschouwer op elke bladzijde opduikt, probeert de fouten te corrigeren maar moet zich uiteindelijk bij de chaos neerleggen.

Dit hilarische prentenboek speelt mooi in op de vreugde die kleuters beleven wanneer ze fouten ontdekken. De abstracte illustraties van de dieren en voorwerpen springen in het oog tegen de effen gekleurde achtergrond. Daarop geven de pose en vooral de expressie van de kleine bladwijzer duidelijk aan dat er iets verkeerd loopt in het verband tussen woord en beeld. Het is de tekst die verduidelijking brengt. Daarom lijkt dit boek wel het meest tot zijn recht te komen als het wordt voorgelezen. Voorlezen met veel expressie in combinatie met de nodige tijd om de illustraties hun werk te laten doen.