In dit tweede deel ontdekt Sam waar zijn verdwenen vader te vinden is: een bloeddorstige tiran met de bijnaam Dracula houdt hem gevangen in het middeleeuwse Walachije. Sam, die zo stilaan een ervaren tijdreiziger geworden is, onderneemt samen met zijn nichtje een gevaarlijke missie om zijn vader te bevrijden. De ontmoetingen onderweg zijn soms ontroerend, soms gevaarlijk, maar altijd boeiend: met zijn eigen grootvader als kind, met de Egyptische hogepriester Setni, ... Het basisgegeven van reizen door de tijd is natuurlijk niet nieuw, maar het blijft wel stof voor verhalen opleveren. In dit boek wordt ervan gebruik gemaakt om een kleine geschiedenis van de wereld mee te geven: het orakel van Delphi, de uitbarsting van de Vesuvius in Pompeji, de drooglegging, ... Deze opeenstapeling komt wel eens geforceerd over, maar levert natuurlijk wel spannende avonturen op voor Sam en Lili.