Menno had zich verheugd op een vakantie in Spanje met zijn ouders en zus. Maar oma is ziek en de reis kan niet doorgaan. Daarom besluit hij met Julia mee te gaan naar Jeugdland. Ze raken er al gauw bevriend met Henk en Said en vormen samen de huttenclub. In Jeugdland mogen ze een hut bouwen en allerlei andere leuke activiteiten doen. Maar al snel ontdekken ze dat er een aantal dingen niet helemaal in de haak zijn. De nieuwe fiets van Said verdwijnt spoorloos, er wordt een hut in brand gestoken. En bovendien wordt Henk hiervan beschuldigd. Gelukkig kan Menno een verdacht gesprek tussen een bewaker en een leider afluisteren. Nu gaat Menno samen met z'n vrienden op verder onderzoek uit. Dit is echter niet zonder gevaar. Een spannend detectiveverhaal dat door mooie potloodtekeningen wordt verduidelijkt. Het verhaal wordt vanuit Menno's standpunt verteld in de derde persoon. De personages worden duidelijk weergegeven. De rivaliteit tussen de tienerjongens om de aandacht van Julia wordt mooi beschreven. Het feit dat Said van buitenlandse afkomst is, krijgt ook aandacht. De auteur gebruikt veel humor. Het woordgebruik is echter soms te Hollands of Engels (p. 40: tags; p. 10: die bagger; p. 10: om te gaan apenkooien). De vele dialogen maken het geheel gemakkelijk leesbaar.