Hanna en ik
In 'Hanna en ik' vertelt het hoofdpersonage wat ze allemaal samen met Hanna deed. We komen te weten waar Hanna van hield, waarin ze heel lief kon zijn en wat er ook minder leuk was aan Hanna. De ingekleurde pentekenigen verlenen het geheel de juiste sfeer. Het ik- personage vertelt over alle begrafenisjes die ze samen met Hanna organiseerde voor dode diertjes; konijntjes, cavia’s, vogeltjes, bijen, kevers ... Daarna vertelt ze over de andere spelletjes die ze samen deden en zo leert de lezer Hanna steeds beter kennen door de ogen van haar beste vriendin. Al van in het begin van het boek weet je dat Hanna er nu niet meer is, al wordt dat eerst niet met zoveel woorden gezegd. Je voelt de kwaadheid over dat gemis en de verschrikkelijke leegte die er overblijft. "En toen was ze plots dood.” De directheid van een kind is de schrijfstijl van dit boek. Het verhaal komt zeer realistisch over. Hoewel de werkelijkheid hard is, is er in dit boek plaats voor schoonheid en verdriet. Er is plaats gemaakt voor de gestorven Hanna. Door dit boek zal ze nooit helemaal weg zijn.