Groot!
Een klein meisje vindt zichzelf al groot. Ze kan tot twee tellen, ze slaapt alleen, ze kan nee zeggen, maar ook ja. En dan zijn er nog zo’n heleboel dingen die ze zegt te kunnen, maar waarbij je ziet dat ze toch nog wel hulp nodig heeft: zich wassen, zich aankleden, haar schoenen aantrekken, van een muurtje springen, eten. En het zelf fietsen en autorijden moet je uiteraard helemaal met een grote korrel zout nemen.
Altijd leuk wanneer je in de illustraties kan zien wat in de tekst niet verteld wordt. Dat maakt het voorlezen zoveel rijker en voegt een flinke dosis humor toe. Zo zie je hoe het meisje dat beweert zichzelf aan te kleden met twee benen in één broekspijp zit, of hoe ze zegt te kunnen fietsen, vanop het stoeltje achterop bij mama die een berg op zwoegt. In dat laatste is het contrast tussen tekst en beeld overduidelijk, vaak is het ook subtieler, zoals de twee handen die het meisje vasthouden wanneer ze bovenop een klein muurtje poneert heel hoog te kunnen springen. Op een of andere manier straalt daar ook veel liefde uit, op elke bladzijde is wel een glimp op te vangen van een ouder die een ondersteunende rol speelt. De bijzonder felgekleurde, soms fluo illustraties zitten vol dynamiek en expressie.