Groot!

In dit grote prentenboek wordt een jongetje door zijn mama gemeten. Hij meet 99 cm. Dat is al groot, maar mama is veel groter. Dan somt het jongetje de voordelen op van groot te zijn. Hij gaat daarmee door tot iets over de helft van het boek. Er zijn duidelijk voordelen aan groot zijn. Maar dan vertelt hij over de leuke dingen aan klein zijn: de kleerkast kan dienen als zijn huis, de badkuip is een zee, onder tafel kan hij gesprekken van mama met haar vriendinnen afluisteren, er kunnen meer van zijn vuile kleren in de wasmachine enz. Hij hoopt alleen maar dat hij nooit zo groot zal worden dat zijn knuffels niet meer in zijn bed passen. Maar ook daar weet hij een oplossing voor. De tekeningen zijn groot, zoals bij het onderwerp past, en heel mooi. Het perspectief is ook dat van een kleine jongen. De hoofden van de volwassenen bijvoorbeeld blijven altijd buiten beeld. Groot willen worden is iets wat de meeste kleuters wel bezig houdt. Het boek is geschikt om in kleuterklassen bij het thema groot en klein of tegenstellingen te gebruiken.