Groetjes uit Poesbekistan
Dit boek start met een brief van Cat aan haar poes. Cat is een meisje dat onlangs haar poes verloor. Het wordt pas later duidelijk dat ze ook haar moeder verloren heeft. Samen met papa zoekt ze een weg om haar verdriet te verwerken. Ze haalt leuke herinneringen op die aan poes doen denken. Dit wordt afgewisseld met momenten waarop ze met papa samen is en beiden niet altijd weten hoe ze met elkaars verdriet moeten omgaan en hoe ze elkaar moeten troosten. Papa is niet de mondigste en vindt het moeilijk om met Cat in gesprek te gaan over mama. Hij legt daarom af en toe ‘hemelpost’ klaar voor Cat. Het zijn briefjes die hij schrijft in de naam van mama. Cat weet dit wel, maar vindt het niet erg want ze vindt er troost in. Dankzij de vriendschap van een jongen waarbij ze mag zijn wie ze is en mag tonen wat ze voelt, geraakt ze er stilaan bovenop.
Schitterend hoe verdriet wordt benaderd, hoe het toegestaan is om te rouwen. Doorheen het verhaal wordt duidelijk dat verdriet hebben soms een tijd kan duren, het is niet over met een keer te huilen en iemand die dan zegt dat het wel goed komt. Rouwen is ook zeer persoonlijk, iedereen die het anders doet. En dan heb je nog mensen die dat begrijpen en je steunen, en anderen die met je spotten. Dit alles wordt in het boek besproken, zonder zwaar of zwart te worden. Door de humor is het een heel fijn en ontroerend boek geworden. Op kindermaat zijn er woorden van troost verweven doorheen het boek. De warme illustraties maken het boek helemaal af. Je kunt het verhaal perfect begrijpen zonder de tekst te lezen, de tekeningen zijn alleszeggend en telkens een volledige bladzijde groot en waar nodig met een dubbele laag, door van de poes bijvoorbeeld enkel de contouren te tekenen weet je dat Cat aan haar denkt, maar er niet meer is. De schaduwen en de achtergronden in de tekeningen zijn perfect om de sfeer van geborgenheid weer te geven.