'Goud, juwelen en rum' is een spannend, maar niet echt boeiend piratenverhaal. Nick weet alles over piraten en verzamelt al wat hij maar vinden kan over zijn favoriete onderwerp. Het liefst van al wil hij zelf piraat worden en op schattenjacht gaan! Op een dag ziet hij een schitterend piratenschip in de etalage van het winkeltje Wicca. Hij stapt er binnen, maar het model is niet te koop. Lula, de verkoopster, biedt hem als troost een drankje aan en ze praten over verloren gegane piratenschatten. Ze laat hem een paar oude, afgedragen schoenen passen en voor hij het weet komt hij met deze ‘acheruitloopschoenen’ terecht op het schip van Blauwbaard. Hij wordt aangeworven als ‘kleineruimtekruiper’ en beleeft een levensgevaarlijke tocht. Hoe moet hij terug naar huis? Het verhaal bevat originele elementen en er wordt gefantaseerd over een bijzondere manier om door de tijd te reizen. Maar het is allemaal wel erg ongeloofwaardig en vergezocht, zelfs hetgeen Nick in zijn eigen tijd beleeft. Als hoofdfiguur komt hij niet erg sympathiek over, hij is bang, boos en zint op wraak wanneer hij ontdekt dat Lula er met ‘zijn’ schat vandoor is. Hij heeft te weinig van een echte held –iets wat je toch verwacht in een piratenboek- om het verhaal leuk te maken. Op twee plaatsen ontbreekt er een woord in de zin.