De mama van Flo is dierenarts in het dierenpark en er is een baby-olifantje op komst. Flo mag vaak mee met mama en kan zelfs de geboorte meemaken. Maar ondertussen maakt ze zich zorgen over een aangeschoten blauwvosje dat zij en haar vriendin Hanna in het bos hebben gevonden. Gelukkig werkt de papa van Flo in een dierenasiel en hij weet hoe hij de zaak moet aanpakken.
Ook al zal de cover en het onderwerp - een baby-olifantje - wellicht een gevoelige snaar raken, toch is het verhaal niet echt meeslepend verteld. Teveel details zullen de jonge lezers vermoeien. Zo is er bijvoorbeeld sprake van homeopathische pilletjes om de gewonde vos te kalmeren, zonder dat dit nader wordt uitgelegd. Informatie over de wetgeving wat de jacht en het dierenwelzijn betreft, wordt de lezer niet onthouden. Heel wat problemen en dilemma's in verband met wilde en gekweekte dieren worden op een nogal moraliserende manier aangehaald, vooral in de gesprekken tussen Flo en haar vader. Daardoor mist het verhaal de nodige spanning, al speelt het zich af in een setting waarvan veel jonge dierenliefhebbers alleen maar kunnen dromen. Ook dat is een beetje teveel van het goede...