Er was eens een kasteel

Het is kerstavond en een drukte van jewelste. Mallory gaat met haar drie kinderen kerstavond bij haar ouders vieren. Het is al laat en er steekt een sneeuwstorm op. Je bent meteen ondergedompeld in de gestreste sfeer van een gejaagde moeder. In de auto is het ook een drukte met de jonge peuter Esmée en dochter Roos die helemaal opgaat in haar fantasierol van piratenkoningin. Zoon Muis staat zoals altijd buiten de werkelijkheid en ziet of hoort niets van de drukte om hem heen. De auto slipt, moeder is ernstig gewond en Muis wordt uit de wagen geslingerd.
Vanaf dan zijn er twee verhaallijnen die per hoofdstuk goed herkenbaar zijn door een verschillend lettertype. We volgen Roos die bedenkt hoe ze haar bewusteloze moeder en haar zusje kan beschermen tegen de bittere koude. In het tweede verhaal volgen we Muis die in een bizarre fantasiewereld belandt waar zijn knuffels tot leven komen. Hij beleeft helse avonturen met vreemde toestanden die elkaar snel afwisselen en soms weinig verband houden met elkaar. De auteur weidt sterk uit bij beschrijvingen van details waardoor het verhaal te langdradig is. Muis moet het kasteel vinden en komt onderweg allerlei obstakels tegen. Beide verhaallijnen komen samen wanneer Roos hem vindt op de dorpel van het huis van de grootouders. Op het einde zit de familie in het ziekenhuis bijeen rond het bed van Muis. Hij komt bij bewustzijn, hij glimlacht en hoort dan een piepend geluid dat harder en harder klinkt. Vervolgens gaat de tekst weer over in het andere lettertype. Muis vertoeft weer bij zijn paard Eifel in de fantasiewereld. Hij ontdekt waar het kasteel is, namelijk overal. Deze symboliek is voor een jonger lezer moeilijk te vatten. Pas bij het lezen van de epiloog werd me duidelijk dat het kasteel symbool staat voor het leven na de dood en dat de laatste paragraaf aangeeft dat Muis overleden is. De auteur schrijft heel breedvoerig waardoor de spanning in het avontuur sterk afgeremd wordt en je als lezer echt uitkijkt naar het einde van die eindeloze beschrijvingen. Welgeteld 35 bladzijden vormen de aanloop van het verhaal, vanaf de autocrash vangt het echte avontuur aan, zoals de auteur zelf op blz. 35 aangeeft “En zo begint dit verhaal echt.” Een avontuur met te veel overdaad waarin een jonge lezer al snel verstrikt geraakt.