Engelbert de enorme

Dit boek is het eerste van een trilogie, ‘Modderland’ genaamd. In een ‘Woord vooraf’ lezen we over Modderland, waar alles anders is. Het is een fantasierijk waar dwergen, trollen, reuzen, tovenaars en andere wezens vertoeven. Een van hen is de tovenaar Randalf. Hij is een kluns, maar de enige resterende tovenaar in Modderland. Waar de anderen zijn, dat kom je in dit boek niet te weten. Hij wordt geholpen door de kleine reus Norbert en steeds vergezeld van de immer pratende parkiet Veronica. Met zijn enige resterende toverspreuk tovert hij Bart naar Modderland. Bart is een doodgewone schooljongen die op het moment van de toverij met zijn hond in het park wandelt. Tot zij het volgende moment in Modderland belanden. In dit deel wordt Modderland opgeschrikt door Engelbert de Enorme, een kolos van een reus, die alles verwoest en schapen knijpt. De leider van Modderland, de gehoornde Baron, geeft aan Randalf de opdracht om hem een nieuwe krijgsheer te leveren om Engelbert te verslaan. Dit zal de taak voor Bart worden, die nu Bart de Barbaar genoemd wordt. Het boek begint veelbelovend met beeldende beschrijvingen van Modderland die je fantasie prikkelen. Tegelijkertijd zijn er de pittige illustraties die hier perfect bij passen. Maar snel verzandt het verhaal in ontgoochelende meligheid. Het is erg lang uitgesponnen en doorweven van de flauwste, en soms erg platvloerse humor. Ook met de beschrijvingen van de vele wezens en gebeurtenissen in Modderland komt de auteur niet veel verder dan het idee alleen en de bedoeling om grappig te zijn. De spanning die opgebouwd wordt, eindigt in een zware teleurstelling als blijkt dat Engelbert enkel zijn knuffel mist. Kortom, vele gemiste kansen en een boek dat volledig zijn doel mist. Jammer, want de auteur poogde, naar mijn vermoeden, een parodie te schrijven op het populaire ‘In de ban van de ring’. In het origineel heet Modderland trouwens Muddle Earth. Jammer van de weinig spitsvondige vertaling.