Een vakantie aan het meer

Een gezin houdt vakantie aan een meer, maar ze zijn lang niet de enigen. Een groep kinderen in het vakantiedorp, een buslading toeristen op hotel en een kolonie bevers in hun burcht zorgen voor veel leven in de brouwerij. Om even te ontsnappen aan al die drukte zoekt Robin, een van de kinderen uit het gezin, de rust op van een eiland midden het meer. Maar ook een meisje uit de vakantiekolonie, een fotograferende toerist en een jonge bever hebben datzelfde idee gehad. Eenmaal op het eilandje beland, schrikken ze zich allen een hoedje van elkaar. Hals over kop gaan ze er vandoor en steken terug het meer over. Slechts de bever blijft wat langer, in de waan dat enkel hij de drie anderen kon laten opschrikken.
Het verhaal krijgt vorm in twaalf prenten. Het zijn drukke panoramische taferelen, propvol piepkleine figuren, accessoires en omgevingselementen. Die immense hoeveelheid figuurtjes levert een stortvloed aan details op. Dit procedé is reeds vaak toegepast, en als steeds wekt het verwachtingen. In de wirwar van al dat minuscule tekenwerk valt er ongetwijfeld van alles en nog wat te ontdekken. Die veelheid aan kleine details bevat ongetwijfeld een massa verhaalstof en doet veel kijkgenot en spannend speurwerk vermoeden.
Helaas het valt allemaal wat gewoontjes uit. Veel pittigs en verassends levert de zoektocht niet op. Een flaptekstje belooft nochtans veel kijkplezier, maar daartoe had het tekenwerk toch wat meer pit, spitsvondigheid en verrassing moeten bevatten.
Het geheel oogt niet echt overtuigend. Compositie en bladspiegel van de dubbelpagina’s blijven braaf en conventioneel. Het gekozen standpunt is steeds identiek en de tekenstijl is wat zoutloos. Dat laatste toont zich genadeloos in de sleutelscène, de enige tekening van grotere schaal.
Achteraan is het schutblad nog gevuld met een massa aan vraagjes.