Een ongelofelijk grote, ongelofelijk gevaarlijke leguaan
Van de juf op school moeten alle leerlingen een gezinsfoto meenemen naar de klas. Een jongen uit deze klas neemt een tekening mee in plaats van een foto, met het excuus dat zijn familie niet echt graag op de foto staat. De tekening en de bijhorende uitleg erbij lopen over van fantasie en creativiteit. Zo beweert de jongen dat hij meerdere mama's en papa's heeft (met bijhorende niet-alledaagse beroepen), dat ze thuis met dertien kinderen zijn en dat er veel huisdieren zijn (zeven puppy's, acht katten, een zebramanege, een vijver met vissen en flamingo's ...) waarvan de ongelofelijk grote, ongelofelijk gevaarlijke leguaan de kers op de taart is. Uiteindelijk geeft hij toe dat hij eigenlijk maar een 'gewoon' gezin heeft; met maar één vader, één moeder en één zus. Dat vindt hij maar saai in vergelijking met andere kinderen van zijn klas. Toch ziet hij na een tijdje ook wel de leuke kanten van zijn familie en kan hij aangeven dat zijn gezin ook wel leuk is om andere redenen.
De tekst leest zeer vlot en voelt zingend aan doordat het op rijm staat. De inhoud is gemakkelijk te begrijpen zonder aan creativiteit in te boeten (bv. 'Ik denk dat je mama 1 misschien wel kent. Ze is president, dus altijd bezig met belangrijke dingen: door haar wetten moet je élke kat op straat aaien en is het verplicht om onder de douche te zingen'). De illustratrice weet de tekeningen prachtig af te stemmen op de tekstinhoud en tegelijkertijd ook de bijhorende emotie over te brengen. Zo worden de jongen en zijn gezin in het zwart-wit getekend, wat de 'gewoonheid' benadrukt. Om de tegenstelling met de fantasie van de jongen in de verf te zetten, wordt de fantasie telkens in mooie kleuren afgebeeld. Ook wanneer hij de positieve kanten van zijn familie aanhaalt, worden er meer kleuren gebruikt.
Een ongelofelijk grote, ongelofelijk gevaarlijke leguaan is zo'n prentenboek dat je meermaals kan voorlezen en nooit gaat vervelen. Een boek dat zeker in je kinderboekenkast hoort!