Een olifant op de thee

De prinses in 'Een olifant op de thee' wil graag een hondje, want haar vader heeft maar zelden tijd om met haar te spelen. Er zijn natuurlijk een heleboel lakeien, maar die zijn vooral saai. Ze kunnen helemaal niet zo goed verhaaltjes vertellen als de koning en het is duidelijk dat ze geen plezier beleven aan thee drinken uit een poppenserviesje. Genoeg redenen dus om om een hondje te zeuren.
De bloedmooie barones die net haar intrek in het paleis heeft genomen en last heeft van allerhande kwaaltjes, steekt daar onmiddellijk een stokje voor: er komt geen hond, nu niet en later ook niet! Maar dan wordt er tijdens de voorbereidingen van het huwelijksfeest een olifant geleverd. Niemand weet er raad mee, behalve de prinses en ook al is een olifant geen hond, het lukt heel aardig om hem op te voeden als huisdier. Ze hebben veel pret, zelfs zo veel dat de koning stiekem een beetje jaloers wordt. En ook de gemene barones is helemaal niet blij, want zo'n olifant is niet zo heel netjes en het is al helemaal geen gezicht. Bij de olifant zat echter ook een begeleidend schrijven in een taal die niemand machtig was. Na een hele tijd slaagt de lijfarts van de barones erin de brief te ontcijferen. De hooghartige barones wordt afgevoerd naar een ver land, de olifant mag blijven, de koning heeft weer een beetje meer tijd voor zijn dochtertje en zo is iedereen weer gelukkig.
Een gezellig sprookje, klassiek, maar toch eigentijds met een scherp kantje en af en toe eens lekker doorspekt met deugnieterij. Hoewel de prinses niet echt gelukkig is, trekt ze haar plan in het grote paleis dat zijn beste tijd gekend heeft. Haar pogingen om haar stiefmoeder-in-spe weg te jagen lukken niet. Toch is het een vrolijk en licht verteerbaar verhaal met originele, geestige elementen en herkenbare situaties. De karakters zijn goed getypeerd, soms ietwat stereotiep. Storend is de lange doorlopende tekst. Het verhaal zou eenvoudig in hoofdstukken opgedeeld kunnen worden om het (voor)lezen te vergemakkelijken. Hier en daar ook wat al te moeilijk taalgebruik voor de doelgroep, gaande van storend bombastische woorden (vogels die ‘kwinkeleren’ en ‘amechtig’ van hun takjes vallen, het ‘bordes’, ...), een overtal aan adjectieven (een ‘genoeglijke’ avond, ‘knipmessende’ lakeien, ...) tot lastige uitdrukkingen (tussen neus en lippen door, ...). Geïllustreerd met pentekeningen die een sfeervol beeld geven.