Een biljet van oneindig

Dit is een absurd en moralistisch sprookje over de waarde van geld. Het gaat over meneer Ping en meneer Utopie. De ene leeft voor geld, de andere voor dromen. Ze wonen beiden in het bos, maar ze kennen elkaar niet. Ze zijn ook elkaars tegenpolen. Meneer Ping heeft een duizendpoot in dienst, maakt alles van geld en haat mensen. Meneer Utopie is een vriendelijk man die zijn dromen in potjes bewaart.
Op een dag begint meneer Ping zelfs geld te eten. Hier krijgt hij energie van, maar wat later wordt hij misselijk en spuwt hij al het geld weer uit. Hieruit groeien geldbomen. Wanneer meneer Utopie zo’n boompje vindt, kan hij enkele van zijn dromen in vervulling laten gaan. Zo gaat hij een optreden geven, ontmoet hij de liefde van zijn leven en opent hij een school voor duizendpoten. Wanneer meneer Ping de duizendpoten echter leert dat geld lekker is, worden de geldbomen al snel opgegeten. Ze zijn weg nog voor meneer Ping of meneer Utopie ze kunnen vinden.
Maar dan ontmoeten ze Dadara. Dadara is een man die biljetten van oneindig, droombiljetten en liefdesbiljetten verkoopt. Als zowel meneer Ping en meneer Utopie hun laatste geld inwisselen, dan is volgens Dadara geld niks meer waard en kunnen ze alles kopen wat belangrijk is. Dat zijn dingen die geen geld kosten, de onbetaalbare dingen.
De Exchanghibition Bank uit het boek bestaat in het echt ook: Dadara treedt vanaf 2010 op als directeur van dit rondreizende wisselkantoor dat opduikt op culturele plekken in Nederland.
Een verhaal met een mooie boodschap, maar je vraagt je af welk kind dit lang uitgesponnen verhaal (140 pagina's!) tot het eind zal willen beluisteren, laat staan zelf lezen. Het boek is erg kleurrijk en druk vormgegeven. Zo zijn er pagina’s in verschillende achtergrondkleuren, een krullerig lettertype en tekeningen die erg aan de hippiebeweging doen denken. Een beetje meer soberheid, in tekst en tekeningen, had een krachtiger verhaal opgeleverd.