Een afspraakje in het bos

De vleermuis heeft online iemand leren kennen, iemand die aardig is en grappig en gevat. Ze heeft haar date nog niet eerder ontmoet, om zich niet te laten vangen door uiterlijke schoonheid, zoals dat eerder met de ijsvogel was gebeurd en de pimpelmees en het goudhaantje en ... Met vogels heeft de vleermuis het wel gehad. Deze keer is haar date een hert, niet zomaar een hert, een vliegend hert. “Een zoogdier met vleugels, net als ik”, denkt de vleermuis. “En ze stelde zich grote, witte, zachte, gevederde engelenvlerken voor, en een edel dier met een prachtig gewei.” De ontnuchtering is dan ook groot wanneer er een kever voor de deur staat. Aan beide zijden trouwens, want hij verwachtte op zijn beurt en muis te zien. De vleermuis moet zich in houden hem niet op te eten, maar in het donker vindt ze haar ernstige, tedere, grappige, aardige, lieve partner terug.
Het verhaal over niet afgaan op uiterlijke schoonheid en de verwarring rond de woorden vleer-muis en vliegend hert is wel origineel en grappig maar ook wat flauw. Zeker het happy end, met een close-up van een zoenende vleermuis en vliegend hert, is zeemzoeterig. Het levert ook de minst geslaagde illustratie van het boek op. Tot aan deze laatste pagina is het werk van Benjamin Leroy fris en fantasierijk. Het boek is een samenwerking met het Agentschap voor Natuur en Bos en heeft dan ook een didactische bedoeling. Om je aan te sporen aandachtig te kijken naar alle dieren, krijg je op het einde een aantal zoekopdrachten, bv. om twaalf vogels in een prent te identificeren. Zoals wel vaker met opdrachtboeken resulteert zo’n samenwerking niet in het beste werk, van auteur noch van illustrator.