Duivelskus

Toen ze tien jaar oud was, legde Billi SanGreal succesvol een proef af die haar lid maakte van de moderne Orde der Tempeliers. Ondertussen is ze vijftien en het leven onder de Tempeliers gaat voor haar gepaard met heel wat twijfel. Haar enigszins psychotische vader is grootmeester en lijkt meer om de Orde te geven dan om haar. Ze verlangt naar een normaal leven als middelbare scholier, maar het enige wat ze doet is trainen, demonen doden, het occulte bestuderen en een hele hoop blauwe plekken oplopen. Maar dan ontmoet ze Mike en even denkt ze dat hij haar een uitweg kan bieden, tot ze zijn ware aard ontdekt ... De auteur slaagt er niet in fantasie en werkelijkheid te versmelten tot een geloofwaardig geheel, zoals eerder wel succesvol in enkele andere fantasyreeksen gebeurde. Hoewel het verhaal goed geschreven is en er enkele aantrekkelijke elementen in voorkomen, zoals de Buffy-achtige hoofdrolspeelster, een geheim genootschap en spannende gevechten met duivelse creaturen, ontbreekt er toch iets. De twijfels van Billi en haar verscheurdheid – moet ze kiezen voor haar vader, de orde en het redden van de mensheid of voor een eenvoudig tienerbestaan? – komen heel realistisch over, maar verder blijft alles een beetje in het ijle hangen. Er zat er veel meer in het verhaal, al was het maar om de Orde der Tempeliers die ooit echt heeft bestaan, wat meer te kaderen.