Draap

'Draap' is een heel braaf prentenboekje dat, zoals de titel en de voorpagina doen vermoeden, gaat over een wezentje dat een kruising is tussen een schaap en een draak. Draap is uniek. En zoals dat zo vaak gaat met unieke schepsels in prentenboeken, heeft Draap het moeilijk om te vinden bij wie hij nu hoort. Bij de schapen is hij niet welkom, en bij de draken evenmin. Gelukkig is er Poend, die hem een heleboel andere unieke dieren toont. Zo begrijpt Draap dat hij ook speciale dingen kan en niet ‘perfect’ hoeft te zijn. Het boek eindigt daarna met de filosofische vraag: “En trouwens, wat is perfect?”. Op die manier begrijpen we de boodschap van dit boek zeker.

Hoewel er al een heleboel boekjes over dit onderwerp zijn geschreven, blijft het voor kleuters een fijne boodschap dat er niets mis is met iemand die een beetje anders is. De herhaling in dit boek zal kleine kleuters zeker aanspreken. Tot vijf keer toe krijgt Draap van Poend te horen dat een uniek dier niet raar is, maar bijzonder. Dat neemt telkens een dubbele bladzijde in beslag, waarop uiteraard ook een afbeelding van het unieke dier te zien is. Voor de rest bevatten de geschilderde illustraties niet erg veel details. In het begin werd moeite gedaan om het groen van het gras en de struiken te doorbreken met kleurrijke bloemetjes en een lieveheersbeestje, maar naar het einde toe worden de illustraties monotoon van kleur. Enkel de laatste prent is opnieuw erg kleurrijk. Een meerwaarde is ook dat Draap nu niet alleen de unieke dieren als vriend heeft, maar dat er ook gewone schapen en draken aanwezig zijn. Blijkbaar kan Draap, door zich beter in zijn vel te voelen, ook vrienden maken die minder uniek zijn.