In dit boek staan er honderden dieren op kleur gesorteerd. Rode, oranje, gele, groene, blauwe, roze/paarse, bruine, zwarte/witte/grijze en veelkleurige dieren krijgen hun plaatsje in dit boek met talrijke dierenfoto’s.

Als intro wordt er uitgelegd waarom dieren een kleur hebben (pronken, camouflage, signalen geven, ...). Daarna wordt elke kleur apart in de 'picture' gezet. Dit gebeurt steeds op dezelfde manier: de kleur krijgt met een klein beetje informatie en is te zien op een grote, prachtige dierenfoto, die een dubbele pagina in beslag neemt. Daarna volgen er twee dubbele pagina’s met elk een veertigtal dieren in die kleur of de schakeringen ervan. Soms wordt er ook enkel naar een specifiek kenmerk gekeken. Zo staat de mandril met zijn rode snuit bij de rode dieren. De keizerpinguïn met z’n gele borst vind je bij de gele dieren. De foto’s staan op een witte achtergrond. Bij elk dier staat de naam. Het ene dier is al bekender dan het andere.

Tot slot wordt er nog eens aangehaald dat er heel veel kleurtinten bestaan en wordt er verwezen naar de regenboog. De dieren uit het boek worden op deze manier ook nog eens afgebeeld. De informatie die gegeven wordt is heel eenvoudig en kort gehouden, zodat dit boek vooral een kijkboek wordt voor al wie gek is op dieren. Je krijgt als lezer/kijker soms de opdracht om te tellen, te kijken, te zoeken of om na te denken. Het juiste antwoord op zo’n vraag krijg je niet en wordt dus in het midden gelaten. Voor jonge kleuters kan het boek onder begeleiding gebruikt worden om de kleuren aan te leren, al lijkt me dat niet meteen de bedoeling.

Er is veel aandacht besteed aan de vormgeving. Zelfs bij de paginanummering onderaan staat er een vakje in de juiste kleur. Zo blader je in sneltempo naar de gewenste dieren of kleur.