Dief van de duivel

Scandinavië heeft ons al weet wat goede kinder- en jeugdboekenauteurs geschonken. Denken we maar aan klassieke auteurs als Selma Lagerlöf en Astrid Lindgren en recentere namen zoals daar zijn Per Nilsson en Sven Nordqvist. De verwachtingen zijn dan ook hoog gespannen als we beginnen aan dit nieuwe boek van Zilveren Zoen-winnaar Mikael Engström. Bovendien ogen ook de kaft en de blurb op de achterflap aantrekkelijk. Toch maakte dit boek geen enkele indruk op mij. Een opeenstapeling van clichés, anders kan ik het niet benoemen. Steppo, zoals het hoofpersonage zich laat noemen, woont op de dertiende verdieping van een flatgebouw in een klein Zweeds stadje. Na de dood van zijn vader loopt hij wat verloren en zijn wereld lijkt een opeenvolging van wat catastrofale gebeurtenissen in een puberleven zijn. Een hopeloze verliefdheid op Tahsin die zijn liefde niet beantwoordt, het onverantwoorde stoken van wijn en er vervolgens stomdronken van worden en tot overmaat van ramp het stelen van een auto van een persoon van wie je absoluut geen auto moet jatten… Dan heb je natuurlijk de poppen aan het dansen! Steppo wordt gedwongen om het dievenpad op te gaan en uiteraard durft hij niet naar de politie te stappen. Dat durft hij wel in het kader van de zaak van een potloodventer die zich in het stadje ophoudt. Aan de ontzettend begrijpende politieman –een vervangende vaderfiguur als het ware – durft hij niet te bekennen dat hij het slachtoffer is van chantage en zo geraakt hij van de regen in de drop. Tel er dan nog een moeder bij die bij het minste in huilen uitbarst en het plaatje is compleet. Een boek waarbij ik constant het gevoel had dat ik dit allemaal al wel eens eerder en origineler gebracht had gezien en waarbij ik totaal geen sympathie kon opbrengen voor het hoofdpersonage. Gemiste kans wat mij betreft.