De zandeters

Er komt maar geen einde aan de fantasy-boom. ‘De Zandeters’ is het eerste deel van een nieuwe trilogie ‘De Kronieken van Langlicht’ van de Canadese auteur Dennis Foon. Roan, een vijftienjarige jongen, is de enige overlevende na het uitmoorden van zijn dorp Langlicht. Zijn zus Ode schijnt nog te leven. Zij is gekidnapt, maar in de loop van dit eerste deel is er van haar geen sprake, tenzij in enkele van de vele dromen en visioenen van Roan. In het puin van zijn huis wordt Roan gevonden door Sancto, een grote man op een motor. Deze brengt hem naar de Vrienden, een gemeenschap van 75 broeders die van hem een nieuwe broeder willen maken. Daarvoor moet hij drie proeven doorstaan. Maar net voor het afleggen van de derde proef ontdekt Roan dat het precies Sancto en zijn genootschap zijn die zijn dorp hebben uitgemoord. Dat is het begin van een lange vlucht samen met een sneeuwkrekel die hij in zijn zak bewaart en die hem op moeilijke momenten lijkt te beschermen of te waarschuwen. Onderweg maakt hij kennis met goede personages als Sari van het Vergeten Volk, Alandra de genezeres en vooral zijn trouwe reisgezel Bubbel, maar ook met slechte schepselen als de Bloeddrinkers. Tenslotte komt Roan terecht in de Stad van gouverneur Brak. Daar zijn een heleboel kinderen, allemaal wezen. Als Roan te weten komt dat die kinderen zullen worden verkocht voor wetenschappelijke experimenten, besluit hij met hen verder weg te trekken. Wanneer Sancto, die hem maar bleef op de hielen zitten, sterft door een pijl, kunnen ze de tocht wat rustiger voortzetten. De Zandeters uit de titel zijn mensen die een mysterieus, bijna onvindbaar zand eten waardoor ze naar het Dromenveld kunnen reizen. Iedereen die van dat zand eet, wordt een Zandeter. Van Alandra komt Roan te weten dat ook zijn grootvader er een was. ‘De Zandeters’ is vooral een spannend avontuur, maar doordat de auteur de lezer de tijd geeft om al die vreemde personages voldoende te leren kennen en hij hen stuk voor stuk een betekenis geeft in het verhaal, is ook de psychologische kant van deze jeugdroman een pluspunt. Benieuwd of hij dit nog twee dikke delen kan volhouden.