De wonderlijke lotgevallen van Olle en Lena

Deze lotgevallen zijn werkelijk niet te geloven. Hoe kunnen kinderen zo vindingrijk zijn? Olle en Lena zijn altijd buurkinderen geweest en wonen in een piepkleine Noorse gemeente met weinig inwoners. Lena is super vindingrijk in het uitvinden van spelletjes en weet Olle altijd te overtuigen eraan mee te doen. Vervelen doen ze zich nooit, want telkens komt Lena wel met een of ander plan. Achteraf is het aan de volwassenen om de brokken te lijmen. Zo spelen ze oorlogje en nemen ze stiekem alle radio's weg die ze kunnen vinden. Ze begraven ze en gaan op de vlucht voor de volwassenen die hen komen zoeken. Maar ze verstoppen zich in het bejaardentehuis, waar de inwoners het verhaal van hun vlucht voor de Duitsers nogal ernstig nemen. Ze worden verstopt in de bezemkast. Na een tijdje worden de ouders echt ongerust en start er een zoekactie. Olle en Lena krijgen altijd straf maar die zijn ze vlug vergeten en opnieuw vinden ze leuke dingen om te doen, zoals de Ark van Noah maken op opa's visserssloep. De kleine dieren gaan er makkelijk in, maar als de koeien en het paard in het water terecht komen, kunnen de inwoners van Knal-Mathilde er niet om lachen. Als je telt hoeveel hersenschuddingen Lena in één jaar oploopt, versta je wel waarom de dokter uiteindelijk het vriendje van haar moeder wordt. Dit boek vol avonturen is net als Pippi Langkous heel grappig, vol gekke en spitsvondige toestanden. Kinderen die zo'n zorgeloze jeugd kunnen beleven in een kleine gemeenschap, kan je alleen maar benijden. Het verhaal straalt ook warmte en geborgenheid uit - de relatie met opa en oudtante, de hechte vriendschap tussen de twee kinderen - en dat wordt in een gevoelvolle taal weergegeven. Geen wonder dat dit boek werd bekroond met de Noorse kinderliteratuurprijs 2005. Je leest het in één ruk uit en geniet van elke minuut.