De weglopers

Ulf Stark

“De esdoornbladeren voor het ziekenhuis gloeiden rood en goud. Ik stond voor het raam en keek naar buiten. En ik dacht: wat is het toch vreemd dat blaadjes op hun mooist zijn vlak voor ze van de bomen vallen.”

Deze drie eerste zinnen uit het laatste kinderboek dat Ulf Stark schreef, geven meteen een raak beeld van wat je als lezer mag verwachten. Een verhaal dat zich dankzij de pure en tegelijk suggestieve taal in verschillende lagen laat lezen. Een verbitterde opa die tegen zijn eigen wil in het ziekenhuis terechtkomt en voelt dat het einde nadert, zou zo graag nog één keer naar zijn huisje op het eiland gaan, het huisje waar hij voordien met Oma woonde. Godfried-Klein, zijn naar hem genoemde kleinzoon helpt hem daarbij en samen smeden ze een plan om voor even te ontsnappen. Het lijkt zo eenvoudig ‘Soms is liegen de enige manier om de waarheid te vertellen’ meent Opa immers. Het lijkt ook zo voorspelbaar. Maar dat stoort niet. De treffende dialogen waarin afscheid nemen tussen de regels door steeds duidelijker wordt, illustreren de groeiende verbondenheid tussen grootvader en kleinzoon en geven diepgang aan het geheel. De laatste pot vossenbessenjam die oma maakte, krijgt daarin een belangrijke plaats. Aanvankelijk wordt hij onopvallend vermeld. In het huisje haalt opa de pot op. De tijd en zorg die ze aan het maken besteedde, maken dat er volgens hem een deel van haar in deze jam vervat zit. Elke avond neemt hij een lepeltje, een lepeltje dat hem zachter maakt, en elk lepeltje brengt hem ook dichter bij haar. Ondanks de ernst en weemoed in het verhaal zorgt Ulf Stark ook voor lichtheid en humor. Die combinatie weet Edward van de Vendel in zijn vertaling zorgvuldig te bewaren en is eveneens zichtbaar in de illustraties. In karakteristieke potloodtekeningen met opvallend veel rood, brengt Kitty Crowther de overgang van een cholerieke opa die de wereld vloekend aanschouwt naar een berustende oude man treffend in beeld. Ze tonen wat tussen de regels te lezen staat, ze bevorderen het inlevingsvermogen en ze geven een meerwaarde aan de doordachte verzorgde lay-out van de tekst.

De weglopers lopen niet alleen even weg uit het ziekenhuis, ze lopen ook weg van het alledaagse. De schrijver plaatste hen in een kader waarin ruimte is om vragen te stellen. Vragen over het leven en vragen over wat erna misschien komt. Vragen waarvoor niet meteen een pasklaar antwoord bestaat. Een prachtig uitgegeven, onmiskenbare parel waarvan je alleen maar kan hopen dat hij een zo breed mogelijk lezerspubliek zal bereiken en ontroeren.