De waanzinnige boomhut van 130 verdiepingen

Is het nodig om een recensie te schrijven over een boek dat iedereen al lijkt te kennen, nog voor het verschenen is? Ja, dat is het zeker! Het geeft namelijk de kans om een nog niet stuk gelezen exemplaar in handen te krijgen en daar met een open blik naar te kijken om een eigen oordeel te vormen. En dat bleek bijzonder leuk om te doen samen met een superfan van de vorige boeken als co-recensent.

In dit tiende deel van de boomhutreeks komen er uiteraard weer 13 nieuwe verdiepingen bij. We maken heel kort kennis met de zeepbellenblazer, de grijpinator, de tijdverspilmachine … Vanaf dan wordt het een ruimte-avontuur. De hele boomhut, inclusief bewoners, wordt ontvoerd door een gigantische vliegende oogbol om deel te nemen aan een intergalactische op-leven-en-dood-wedstrijd. Gelukkig zijn er de nieuwe verdiepingen en zorgen de nieuwste uitvindingen voor de redding (al ooit een zeepbel in je oog gehad? Niet fijn inderdaad. Dat is ook zo voor een vliegende oogbol …). We ontmoeten ook nog heel wat uitvindingen en personages uit de vorige boeken (de supervliegenmepper en Edward Schephand bijvoorbeeld), wat leuk is voor de fans van de vorige boeken.

Dit boek is, net zoals de voorgaande, een ode aan de fantasie en creativiteit. Die is na 10 boeken duidelijk nog niet opgebruikt. Andy en Terry zijn een sterk duo dat met tekst en tekeningen elkaar perfect aanvullen. Door de pagina’s met nauwelijks tekst leest het erg vlot, maar er zit ook veel vaart in het verhaal zelf, waardoor het moeilijk is om het weg te leggen. Humor en spanning worden perfect gedoseerd om het leesplezier te bevorderen. Hoogstaande literatuur is dit niet. Toch verdient dit boek een plaats in elke kinderboekenkast. Leesplezier bevorderen en creativiteit stimuleren, dat kan je alvast wel hoogstaande doelen noemen!