De volle villa
Wanneer Morris voor de zoveelste keer weer eens verhuist, zorgt een reeks toevalligheden voor een wel heel vreemde situatie. Wanneer hij en zijn familie terugkomen van een nachtje elders slapen, zit er een ander gezin in hun huis. Een ander gezin met zeven honden. Omdat Morris’ moeder het niet over haar hart kan krijgen om het dakloze gezin zomaar op straat te zetten, mogen ze van haar één nachtje blijven. Maar één nachtje wordt twee nachtjes en twee nachtjes worden drie nachtjes en uiteindelijk … ‘De volle villa’ begint met een ongelooflijk komische situatie wanneer een bijna wildvreemd gezin zijn intrek heeft genomen in de villa van Morris en zijn familie. Gebeurtenissen, dialogen en gedachten passen in dit gedeelte van het verhaal allemaal in dat komische kader. Deze ludieke sfeer die in de eerste helft van het boek overheerst, krijgt naar het einde van het verhaal ook een emotioneel kantje. Want met een andere kijk wordt eenzelfde situatie niet alleen grappig, maar ook meelijwekkend. Op een ongedwongen manier worden er zo een heleboel levenslessen meegegeven, zonder dat het er te dik op ligt. En dankzij de komische noot in het verhaal krijg je wat je verwacht: een goede afloop! De sobere en eenvoudige prenten hadden letterlijk of figuurlijk iets meer in de verf mogen worden gezet. Nu lopen ze soms wat verloren tussen het beeldende karakter van de tekst, dat ervoor zorgt dat je alle situaties levendig in je hoofd kunt schetsen.