De vier gelukszoekers

Schildpad is eenzaam. Niemand wil met haar spelen, want iedereen vindt haar te langzaam. Ze heeft een plan. Ze gaat op weg om het geluk te zoeken. Onderweg loopt ze tegen Egel op en ze prikt zich. Ook Egel is eenzaam. Hij blijft stilletjes in een hoekje zitten omdat iedereen zich altijd pijn doet aan zijn stekels. Schildpad nodigt hem uit om mee het geluk te gaan zoeken. Zo komen ze ook nog de blinde mol tegen en de onhandige haas. Samen gaan ze op zoek naar de schatkist waarin het geluk is verstopt. Als ze uiteindelijk de schatkist vinden, blijkt ze leeg. Maar de vier vrienden vonden toch het geluk: in hun vriendschap met elkaar. Het boek is een stapelverhaal, wat jonge kinderen doorgaans prettig vinden om te lezen en mee te zeggen. Elk dier heeft ook een typerende uitspraak, die het telkens opnieuw gebruikt. Op zich is hier niets mis mee, ware het niet dat de gebruikte zinnen ietwat geforceerd overkomen. Ligt dit aan de vertaling? Het boek haalt zijn waarde dan ook volledig uit de illustraties. De prenten ademen een sfeer van eenzaamheid, geborgenheid en vrolijkheid, afhankelijk van wat er zich in het verhaal afspeelt. Het boek blijft overeind niet omwille van de tekst, maar eerder ondanks de tekst.