De valkeniersknoop

'De valkeniersknoop' is een misdaad- en liefdesroman, gesitueerd in het veertiende-eeuwse Italië. Hoofdpersonage is de jonge, knappe Silvano, zoon van baron Da Montacuto. Silvano wordt ten onrechte beschuldigd van moord en hij zoekt een veilig toevluchtsoord in de abdij van Giardinetto nabij Assisi. Of hij daar veilig is, valt nog te bezien want spoedig na Silvano’s komst vallen er ook doden in de abdij. Wie verantwoordelijk is voor al die doden, valt niet meteen te achterhalen want de mysteries blijven zich opstapelen en al gauw blijkt dat een aantal personages de nodige geheimen met zich meedragen. Deze roman doet enigszins denken aan Umberto Eco’s beroemde ‘De naam van de roos’ maar dan wel aangepast aan tienerniveau. Het verhaal is onderhoudend en redelijk spannend al is de ontknoping niet echt origineel. Sommige verhaaldraden zijn ook vrij voorspelbaar (bijvoorbeeld de ontluikende liefde tussen Silvano en de jonge novice Chiara van het naburige nonnenklooster of de ware identiteit van broeder Anselmo) maar het geheel zit wel goed in elkaar. Een detailfout toch: over Silvano wordt anachronistisch gezegd dat hij zijn zilvergrijze ogen en lange wimpers van zijn Belgische moeder erfde. Op inhoudelijk vlak lijkt het dan weer onlogisch dat Monna Isabella, de vrouw van de vermoorde rijke koopman Ubaldo, van plan is om zich als weduwe onberispelijk te gedragen maar wel meteen aan de jonge novice Chiara toevertrouwt dat ze blij is verlost te zijn van haar liefdeloze, kille echtgenoot met wie ze niet uit vrije wil gehuwd was. Interessant is wel dat de lezer terloops heel wat informatie krijgt over middeleeuwse miniatuurkunst en de frescotechniek. De monniken van Giardinetto en de zusters van het nabijgelegen klooster beschikken over kleurenwerkplaatsen waar pigmenten worden vervaardigd voor de frescoschilders die in Assisi aan het werk zijn in de kerk van de Heilige Franciscus en voor de miniaturisten uit de eigen abdij. De beroemde veertiende-eeuwse schilder Simone Martini die in Assisi bezig is aan een fresco-cyclus over Sint-Martinus, krijgt zelfs een rol in het verhaal. De lezer krijgt echter nergens het gevoel dat er een les in kunstgeschiedenis wordt gegeven. De meer technische informatie is zeker functioneel en wordt door de auteur op kundige wijze door het verhaal geweven. Een beetje jammer toch dat er niet enkele foto’s werden opgenomen van de kunstwerken die ter sprake komen. In het achterin opgenomen hoofdstukje ‘Historische achtergrond en verantwoording’ staat wel wat meer uitleg over het werk van Martini en de lezer wordt er doorverwezen naar een internetlink. Jongeren vanaf een jaar of twaalf die geboeid worden door geschiedenis zullen dit boek zeker graag lezen. Het boek heeft ook een aantrekkelijke lay-out meegekregen. Vooral het ontwerp van de stofwikkel valt op: het is geïnspireerd op de randversieringen uit middeleeuwse manuscripten.