De toppen van Ravijn
Maks is inmiddels twaalf jaar geworden en gaat naar de middelbare school. Op een middag stapt hij voor de laatste keer door de groene deur (zie ‘De ruiters van Glaas’ en ‘Sterre van de zee’). Hij belandt opnieuw in Zuyderland waar hij midden in een droevige gebeurtenis terecht komt: koning Spoor wordt begraven. Veel tijd om te rouwen is er niet. Enkele ruiters uit Draayland komen om hulp vragen. De mist in hun land wordt alsmaar grauwer en blijft langer hangen en de piraten met hun aanvoerder Praut (zie ‘Sterre van de zee’) belagen de kuststad Alba. Maks gaat met enkele soldaten mee en wordt zo zijn laatste avontuur ingezogen. Het wordt een gevecht tegen een zwarte macht die ieder onafhankelijk denken probeert uit te wissen, als een hersenspoeling. Wie zich ertegen verzet, wordt door een verschrikkelijke angst verlamd. Maar Maks slaagt erin dit alles te overwinnen en bevrijdt Draayland … Dit is het laatste deel in de trilogie rond de jongen Maks en het geheimzinnige Zuyderland. In dit laatste deel is hij een jaartje ouder dan in het voorlaatste avontuur. Hij is van een slome tiener (zie ‘De ruiters van Glaas’) naar een rebelse puber geëvolueerd. Zijn vrienden Sterre en Span uit de vorige avonturen zijn nu koning en koningin en hebben geen actieve rol in dit verhaal. In dit boek maakt Maks nieuwe vrienden en is hij, net als in de vorige boeken, de held van het verhaal. Hij slaagt er in zijn eentje in het kwaad te verdrijven. Een rol waaraan veel kinderen zich graag zullen spiegelen. Hij kan plots paardrijden als de beste en het feit dat hij uit een andere wereld komt, maakt dat hij slimme plannetjes kan bedenken. Een leuk en vlot geschreven avonturenverhaal dat alle ingrediënten bevat waaraan een aantrekkelijk avonturenverhaal moet voldoen: afwisselende spanning, een hoofdpersonage waarmee de lezer zich graag wil identificeren, het goede dat het kwade overwint en bovendien een romantische afloop … Voorin en achterin het boek is een fictieve landkaart van Zuyderland en Draayland opgenomen, zodat de lezer het geheel kan situeren.