De stoutste avonturen van Tommie en Lotje

Blijkbaar krijgen jonge kinderen niet genoeg van de lotgevallen van Lotje en Tommie, want waarom zou de uitgeverij anders een zesde, geheel herziene druk uitbrengen van deze voorleesbundel? Lotje is zeven en haar broertje is enkele jaren jonger. Samen maken ze de leukste avonturen mee, die best spannend zijn als je de wereld nog maar pas leert ontdekken. Hun kinderlogica is charmant voor volwassenen en volkomen begrijpelijk voor jonge luisteraars. Als papa zit te puffen op een snikhete zomerdag vinden ze er niets beters op dan zijn kleren in de koelkast te leggen. Ruziënde ouders is een vervelende zaak en dat denken ze op te lossen door oma op te zoeken. Alleen is het maar de vraag welke trein hen naar oma kan brengen en zo eindigt de reis bij een vriendelijke stationschef. Opruimen is een lastige klus en je springerige konijn in de gaten houden zo mogelijk nog lastiger. Aldus staat deze bundel vol met dergelijke belevenissen van de twee ondernemende kinderen. Leuk om voor te lezen, leuk om de voorgelezene te zijn, maar meer houdt het ook niet in. Nergens kan je dit vernieuwende lectuur noemen. Dergelijke boeken met kleuterbelevenissen verschijnen er wel meer; denken we maar aan de onovertroffen Jip en Janneke. "Stoutste avonturen" is een foute omschrijving voor de belevenissen. Eigenlijk bedoelen de twee het altijd goed en zijn ze eerder amusant dan stout. Al kan je stout uiteraard op verschillende wijzen interpreteren. In ieder geval veroorzaakt dit boek geen slecht humeur bij ouders en kinderen. Fijn voorleesmateriaal zonder meer.