De stille dief
Vakantie, dat is logeren bij oma en opa op de camping. Maar dit jaar is alles anders: Lars lijkt er niet meer zo bij te horen als de andere jaren. Voor hem voelt het soms alsof hij een beetje uit de boot valt. Dat Lars doof is, maakt de situatie er niet beter op. Hij vindt het moeilijk om met onbekende mensen te babbelen, omdat hij een beetje vreemd spreekt. Dat houdt hem tegen om nieuwe vrienden te maken op de camping. Maar dat is niet het enige dat dit jaar anders is: er gebeuren vreemde dingen en voorwerpen lijken ineens verdwenen. Lars besluit op onderzoek te gaan. In de loop van het verhaal maakt hij kennis met Eline, een meisje dat hem niet zo anders lijkt te vinden. Samen gaan ze op zoek naar het mysterie achter de verloren voorwerpen.
Zoals een kinderdetective hoort te doen, eindigt ook dit boek met 'eind goed, al goed'. Ook al wil dit zeggen dat kinderen het werk verrichten van de meer dan doorsnee politieagent … Hier moet je tegen kunnen om in dit boek je gading te vinden. Het thema doofheid wordt in de verhaallijn verweven, er wordt niets groots van gemaakt, maar toch wordt op subtiele wijze wat info gegeven over wat het is om doof te zijn.
De zwart-witillustraties lijken met hun donkere tint de spanning in het verhaal te willen ondersteunen. Ze geven een kleine visuele ondersteuning voor degenen die dat nodig hebben, maar leveren verder weinig meerwaarde.
Een eenvoudige detective met het thema doofheid als extraatje.