De onzichtbare plaaggeest
Midas is een jongen van acht jaar met een geheim. Een geheim over Klaas. Klaas zit een klas hoger. Midas kijkt op naar Klaas, die groot en sterk is. Maar tegelijk wordt Midas gepest door Klaas en dat vindt hij niet leuk. Want Midas is dan wel een gewone jongen, af en toe werkt zijn lichaam een beetje tegen. Dan doet het niet direct wat Midas wil. Alles gaat dan veel trager en ongecontroleerder dan bij andere kinderen. Op dat moment voelt Midas zich een “brokkenmaker” en erg onhandig. Klaas pest hem met zijn onhandigheid. Maar Klaas heeft een geheim. Een geheim dat ook Midas kent. Een geheim dat Midas misschien wel eens zou kunnen gebruiken tegen deze pestkop. Rien Broere is niet aan zijn proefstuk toe. Hij schreef al ontelbare kinderboeken gaande van leuke, ontspannende Avi-boeken tot educatieve lees/prentenboeken waarin hij probeert moeilijke problemen eenvoudig uit te leggen aan kinderen. Dit verhaal gaat over Midas, een jongen met DCD (ontwikkelingsdyspraxie). Het verhaal is geschreven vanuit het perspectief van Midas zelf en geeft weer hoe hij de dingen ervaart en beleeft. Wanneer het verhaal geschreven is met de bedoeling aan kinderen en ouders uit te leggen wat deze problematiek inhoudt, vind ik het verhaal te weinig uitgewerkt. Midas haalt bijvoorbeeld aan dat juf Els speciaal voor hem naar school komt om met hem dingen te oefenen, trefbal bijvoorbeeld. Waarom moet Midas trefbal oefenen? Wat lukt er dan niet? Dat zijn vragen die op dat moment bij me opkomen terwijl ik het verhaal lees. Maar daar wordt niet dieper op ingegaan. Misschien is dit ook niet het doel van het boek. Misschien beoogt het gewoon een leuk leesboek te zijn waarmee je nadien als ouder of leerkracht verder kan werken en dan mist het zijn doel niet: een aanzet zijn tot verder praten over de problematiek. De laatste bladzijden die toegevoegd zijn na het verhaal zijn ook specifiek gericht naar ouders en leerkrachten die wat meer informatie wensen over het probleem.