De onmogelijke opdracht van het Benedict Genootschap

Het Benedict genootschap bestaat uit de uiterst intelligente Rens, Chip met het fenomenale geheugen, de vindingrijke, dappere en lenige Kat met haar emmertje vol handige spulletjes, en de kleine Constance die gedachten kan lezen én sturen. In dit derde deel van de reeks wonen deze vier kinderen in het zwaarbewaakte huis van meneer Benedict. Ze worden er in bescherming genomen tegen meneer Gordijn, de kwaadaardige tweelingbroer van meneer Benedict, die de fluisteraar kost wat kost terug in zijn bezit wil, om er de wereld zijn wil mee op te leggen. Wanneer op een dag de elektriciteit in de hele stad uitvalt, slaan de mannen van meneer Gordijn toe. En wanneer vervolgens Constance verdwijnt, kunnen de drie andere kinderen niet anders dan hun veilige plek verlaten en haar achterna gaan. Met alle gevaren, spanning en actie als gevolg.
Zoals altijd bieden de kinderen het hoofd aan alle gevaren, dankzij het bijzondere talent van elk van hen, hun samenwerking als team, en toch ook wel hulp van wat volwassenen die hen omringen. Hoewel het verhaal een hoog James-Bondgehalte heeft, slaagt de auteur er niet in om de spanning erin te houden, en moet je je als lezer wel eens door de bladzijden worstelen. Bovendien geeft dit derde deel toch vooral het gevoel meer van hetzelfde te zijn.