De omhelzing
“Is er echt niemand zoals ik?” vraagt Ben zich meermaals af. Het zijn vragen die we ons allemaal wel eens stellen. Zijn we dan écht allemaal uniek? Ja en nee, zo vertelt zijn moeder. Zelfs mieren zijn uniek, maar in de uniciteit zijn we allemaal verbonden. David Grossman schrijft op een intieme manier de dialoog tussen moeder en zoon neer. Het is een gesprek dat ons antwoorden geeft over onze reden van bestaan en over waarom we allemaal verschillend zijn en toch ook weer niet.
De Israëlische auteur heeft de poëtische tekst duidelijk gewikt en gewogen. Misschien te veel. De jongen herhaalt zichzelf net iets te veel en het plot komt net iets te snel en te onverwacht. Dat zorgt ervoor dat het plot en dus ook de titel eerder per toeval lijken gekozen. Hoewel het verhaal een goede opbouw bevat, komt het plot pas op de laatste pagina aan bod. Qua verrassingseffect kan dat wel tellen, jammer genoeg brengt die verrassing ook teleurstelling met zich mee. Een teleurstellend einde in tegenstelling tot de rest van het verhaal.
De potloodtekeningen van de hand van Michal Rovner zijn minimalistisch opgevat. Net als de illustraties werd ook de tekst met potlood neergeschreven. De wonderlijke manier waarop de auteur en illustrator op elkaar zijn ingespeeld, zorgt ervoor dat het boek uitblinkt in harmonie. De pagina’s stralen rust uit die een doordachte en goed geformuleerde boodschap wil overbrengen. De eenzaamheid die de jongen voelt komen in de beelden goed naar voren, en de liefde spreekt uit elke illustratie.
Het abrupte einde en de eerder oppervlakkige boodschap in het boek, maken van dit boek geen hoogvlieger. Dit boek slaagt er wel in om belangrijke thema’s zoals eenzaamheid en identiteit in enkele pagina’s en op een begrijpbare manier over te brengen. Complexiteit in al zijn eenvoud: de sterkte en meteen ook de zwakte van dit dunne boekje.