De zestienjarige Tobias vertrekt voor een jaar naar Engeland op uitwisseling. Hij en zijn zus zijn op weg naar de luchthaven wanneer er een zwaar ongeval gebeurt. Hierdoor mist Tobias bijna zijn vlucht. Bij het inchecken merkt hij dat er maar weinig passagiers aan boord gaan. En alle passagiers zijn ongeveer van zijn leeftijd. Gek! Het wordt nog gekker wanneer hij beseft dat hij helemaal niet op weg is naar Engeland maar naar de Denari-eilanden. Een eilandengroep waar hij vroeger zou hebben gewoond en waarvan zijn ouders zijn moeten wegvluchten. Een eiland vol magie. Een eiland waar Tobias een hele andere kant van zichzelf ontdekt. Waar hij ontdekt dat de dood van zijn moeder niet zomaar een ongeluk was. Waar hij ontdekt dat zijn vader niet zomaar veel reist om archeologische opgravingen te doen. En waar Tobias ontdekt dat hij wel eens een belangrijke rol zou kunnen spelen in het al dan niet voortbestaan van de Denari-eilanden en hun magie.
De omslag van het boek had me niet warm kunnen maken om op ontdekking te gaan naar wat er binnenin het boek te vinden zou zijn. Op het internet waren leukere covers te vinden ... Bij het lezen van de eerste pagina’s liep ik ook niet meteen warm voor de inhoud van het verhaal. Tovenarij, magie ... het kon allemaal een beetje stereotiep uitvallen. Maar de auteur wist in het verhaal enkele twists te steken die ik verrassend en verfrissend vond. En algauw was ik in de ban van het verhaal en alle mysteries errond. Een prachtig debuut! Spijtig genoeg moet ik nu een jaar wachten om het vervolg te lezen.