De lekker lange agent

Wanneer Jan op een dag het politiebureau binnenstapt met de mededeling dat hij agent wil worden, wimpelt de hoofdagent hem af omdat hij te klein is. Weer buiten botst Jan op lotgenoten Jaap en Janet. Met z’n drieën en met behulp van een lange jas en snor, weten ze de hoofdagent om de tuin te leiden. Ze slagen niet alleen glansrijk in de proeven op vlak van verkeer en poesjes redden, maar kunnen ook de drie diefjes vatten, ook al hebben die zich vermomd in een lekker lange dief.
Een prentenboek van Tjibbe Veldkamp is altijd een plezier om voor te lezen. Het verhaal zit goed in elkaar en is zoals altijd heel humoristisch. Veldkamp gaat heel zuinig om met woorden, eenvoudige woorden bovendien. Maar toch hebben zijn teksten net dat tikkeltje extra, hier door het volgehouden epitheton ornans “lekker lang” bij zowel agent als dief. Maar alle aandacht gaat eigenlijk naar de zeer bijzondere illustraties van Gustav Dejert. Zijn figuren lijken wel uitgeknipt te zijn, van kop tot teen in dezelfde kleur. Dat geeft niet alleen een heel leuk effect, het is ook bijzonder functioneel om duidelijk te maken dat onder die lange jas drie verschillende figuurtjes zitten. Dit kleurgebruik wordt doorgetrokken in auto’s en huizen, in zowat het hele landschap dus. Daarmee baadt het boek in de sfeer van de jaren vijftig en zestig en roept het herinneringen op aan de schitterende reclameaffiches van Julian Key.