De laatste vier dagen

Om dit boek te lezen is het nodig dat je een klik kan maken in je hoofd. Een hond die in de dertiende eeuw leeft, heeft best een apart taalgebruik. Voor ervaren lezers zal dat niet zo moeilijk zijn. De schrijver is zo consequent dat je je gemakkelijk laat onderdompelen in die oude sferen. Zelfs het perspectief van de hond die het verhaal zelf meemaakte, wordt mooi aangehouden. Verder mag je je ook niet laten misleiden door de titel. Ik verwachte zelf een heel traag verhaal, dat zich over slechts vier dagen uitstrekt. Het is echter zo dat de hond de laatste vier dagen van het leven van zijn baas aangrijpt om over het afgelopen jaar te vertellen tegen zijn dochter Isabella.

Het verhaal gaat over zijn baas Djibriël. Djibriël is in de eerste plaats een jonge geleerde die zich graag verdiept in recht en geneeskunde. Daarnaast is Djibriël ook een Moor die in Spanje opgroeit om te voorkomen dat er op hem gejaagd zal worden omwille van zijn albinisme. De Spaanse koning stuurt hem naar de dwergstaat Faula Farss. Zo wil koning Alfonso voorkomen dat de inquisitie tot in Spanje geraakt. Het kost Djibriël enige moeite om het vertrouwen te winnen van de jonge koning van Faula Farss. Die is totaal niet mee met Djibriëls vernieuwende ideeën en vindt de strop een oplossing voor elk probleem. Maar Djibriël weet beetje bij beetje vernieuwingen door te voeren in Faula Farss.

Na verloop van tijd is Djibriel een graag gezien figuur in de dwergstaat omdat hij de muizen uit de schuur weet te verjagen zodat de mensen minder last hebben van de droogte en de hongersnood. Hij weet ook blinden te genezen. Wat hij niet kan is de angst die er is omdat er een tweede zon doorkomt (de komeet Halley) wegnemen. Ook tegen de inquisitie is hij niet opgewassen. Hoewel hij een plan bedenkt dat het volk kan redden, weet hij zich er zelf niet aan te houden en wordt hij gevangen genomen. Als hij zich binnen de week niet bekeert tot het rooms-katholicisme wacht hem de brandstapel.