De kloof

Jan Terlouw is gaan schrijven door zijn vrouw. Hij vertelde eerder altijd zelfverzonnen verhalen aan zijn kinderen. Zijn vrouw Alexandra van Hulst kwam op het idee om ze te gaan publiceren. Zijn eerste boek was Pjotr in 1970. In zijn jeugdboeken schemert Terlouws politieke engagement vaak door: hij stelt eigentijdse problemen aan de orde op het vlak van milieu, politiek of geschiedenis.
'De kloof' is een spannend boek met als hoofdpersonage Ginder Sekoer, een jongeman van zestien, die woont in het land Bergen. Vroeger was er sprake van Bergen-en-Dal. Door een enorme aardbeving is er een diepe kloof midden in het land gekomen. De kloof is te diep om in af te dalen, te breed om er een (niet ondersteunde brug) over te maken en gevuld met gevaarlijke gassen. Vanwege de kloof is het land nu opgedeeld in twee helften, zijnde Bergen en Dal. Er is maar één manier om van Bergen naar Dal te reizen of omgekeerd en dat is een loodzware reis van twee weken met een karavaan door de schroeiende woestijn.
De welvaart, het klimaat, de werkgelegenheid, ... niets is netjes verdeeld. Zo is Bergen een lekker koel en welvarend land met wel drie hogescholen. Dal daarentegen moet het doen met een heet en droog klimaat; het land is onderontwikkeld en raakt in vergelijking met Bergen steeds verder achterop.
Als Ginder de dagboeken van zijn overleden grootmoeder in handen krijgt, komt hij erachter dat Doeve Bouwmeester onderzoek deed naar een brug en plannen had er een te bouwen. Spijtig genoeg verdween Doeve spoorloos. Ginder ontdekt dat zijn grootmoeder een machtige groep samenzweerders op het spoor was, die de bouw van een brug absoluut wilden verhinderen. Ginder trekt met de karavaan naar Dal om dit nader te onderzoeken...