Wat doe je aan als de zon schijnt? Wat draag je als het sneeuwt? … Spelenderwijs leren peuters welke kleren je wanneer draagt. Een sjaal in de winter, een broek in de zomer, laarsjes voor de regen, … In ‘De kleertjes van Karel’ zijn alle kleertjes afgestemd op een jongen, in ‘De kleertjes van Kaatje’, een soortgelijke uitgave, zijn alle kleertjes afgestemd op een meisje. Langs de ene kant was dit onderscheid in onze moderne tijd misschien niet meer echt nodig geweest. Meisjes kunnen net zo goed een broek dragen of een voetbaltenue. En bij sommige kleren (zoals een regenjas, sjaal, muts, schort…) is de opsplitsing gewoon niet nuttig. Langs de andere kant is het op zich wel een leuk gegeven dat het boekje in een meisjes- en een jongensversie bestaat, die de eigen identiteit van hun lezertje benadrukken. De illustraties zijn kleurrijk en eenvoudig en spreken het jonge publiek wel aan. Ook de herhaling in de tekst en de eenvoud is goed afgestemd op de doelgroep.