De jongen in de zeepbel

Dit mooie prentenboek vertelt het sprookje van een jongen die zielsveel van zeepbellen houdt. Op een dag blaast hij een hele grote bel, springt erin en stijgt in de bel omhoog. Weg van het drukke leven, de wolken achterna. Hij geniet van de vrijheid en zweeft steeds verder weg, dromend en wiegend. Maar als snel ontdekt hij toch ook de realiteit en de onontkoombare eenzaamheid. Gelukkig komt alles zoals in een echt sprookje goed.

Dit is een prentenboek om samen van te genieten. De prent op de kaft geeft al een tipje van het talent van de illustrator prijs. Laat vervolgens de beelden gewoon op je afkomen en zweef met de jongen in de zeepbel mee. Geniet bijvoorbeeld van de donkere prent waarin de jongen een eekhoorn ontmoet en waar zijn bel bijna wordt doorprikt. Hier voel je de emoties en zie je het verhaal. Elke keer je de pagina omslaat, word je weer verrast door de verscheidenheid van de tekeningen en gevoelens. De tekst heb je eigenlijk niet nodig. Die vond ik trouwens veel minder sterk dan de prenten, jammer! Naast de schoonheid van de prenten zitten er ook onverwachte wendingen in het verhaal. Alsof ons geluk niet op kan, kan je ook nog eens giechelen met de vleugjes humor. Ik vond de octopus die tegelijkertijd alle acht zijn oksels aan het wassen is hilarisch. Dat hij naarstig naar extra shampoo op zoek is, getuigt van een fantasie waar elk kind van zal genieten.