De Grotteling

Een geheimzinnige grotteling boezemt kinderen ’s avonds angst in. Ze zien hem niet, maar schrikken van ongekende geluiden, de spulletjes die verdwijnen. Op de eerste illustratie zie je een decor van huisjes. Ook alle personages in de wijk zijn erop te zien. Rechtsonder staat een oude man bij een draaiorgel met een triest aapje dat met een halsband aan het draaiorgel vastzit. Wanneer de wijkagent ‘s avonds zijn was ophangt, zien we voor het eerst wie die grotteling wel kan zijn. De lugubere beangstigende sfeer breekt plotseling open wanneer het orgelaapje in een luchtballon voor het raam verschijnt op weg naar verre horizonten. De illustraties, overwegend in donkere kleuren, zijn bijzonder goed. Ze geven precies die beklemmende en beangstigende sfeer weer. De tekenaar maakt hierbij gebruik van 'clair-obscur' waarbij de aandacht gefocust wordt op het licht, terwijl de tekeningen overwegend in donkere schakeringen zijn. Dit spel van donker en licht is heel geslaagd. De composities en het perspectief bieden een verrassende kijk op de ruimten. Je zit als kijker helemaal mee in het verhaal. Je voelt de spanning, de angst, en dan breekt alles open wanneer het lieflijke aapje verschijnt. Angst maakt plaats voor ontroering en geluk. Het verhaal op rijm heeft een prettige cadans. Het roept associaties op met een orgelmelodie. De taal is bijzonder harmonieus in klank en voor een kleuter soms moeilijk te bevatten. Tekst en illustraties vormen een mooi poëtisch geheel.