In het eerste boek van deze reeks 'De ruïnes van Gorlan' lazen we hoe Morgarath zich wil wreken op het koninkrijk Araluen. Hiervoor heeft hij een enorm leger van Wargals getraind, vreselijke gedrochten die alleen onder hypnose reageren. In dit tweede boek heeft Morgarath reeds de Kelten onderworpen en alle mijnwerkers onder hen gevangen genomen. Zij moeten onder dwang de 'Spleet' (een kloof) overbruggen met een houten brug. Heel toevallig komen Will en Arnaut tijdens een missie dit te weten. Zo ondekken ze dat de Skandiërs, een volk uit het Hoge Noorden, zich ook door Morgarath hebben laten overhalen om mee te vechten in ruil voor buit. Morgarath speelt de oorlog heel vuil. Hij zal een deel van de Skandiërs het leger van de koning van Araluen langs achter laten aanvallen, zodat ze ingesloten worden. Will voelt dat er geen tijd te verliezen valt en besluit de brug te saboteren, samen met Evanlyn, een meisje dat ze gered hebben uit de handen van de Wargals. Arnaut zal ondertussen de koning op de hoogte brengen van de opmars van de Wargals en de Skandiërs. Heel spannende jeugdroman, zeer vlot en beeldend geschreven. Het verhaal speelt zich af in een wereld die erg middeleeuws aandoet afgezien van de fantastische elementen. De gebeurtenissen lijken geïnspireerd op de vroeg-middeleeuwse geschiedenis van Groot- Brittannië, met de opeenvolgende invallen van vreemde volkeren. Op het kaartje kan je moeiteloos Schotland, Engeland en Wales herkennen, ook in de naamgeving. Het is alleszins een meeslepend verhaal, de overvallen en gevechtsscènes beleef je net als in een film. Je hoopt dat het goedkomt, maar niets is minder waar deze keer. Het boek eindigt onbeslist, zodat je uitkijkt naar het vervolg.