Rundell die eerder indruk maakte met “Feo en de wolven” doet het opnieuw. Deze keer speelt het verhaal zich af in New York na de eerste Wereldoorlog. Vita reist samen met haar moeder naar New York om haar opa mee naar huis te brengen. Hij werd opgelicht door een sinistere zakenman en verloor zijn kasteel aan hem. Vita vindt het vreselijk dat haar lieve opa zichzelf niet meer is, en ze laat het er niet bij. Ze bedenkt een geniaal maar uitdagend plan. Ze kan het niet alleen, en verzamelt een groepje dappere en betrouwbare vrienden, elk met hun eigen talent. Samen gaan ze op onderzoek uit. Slagen ze er in om opa zijn kasteel terug in de familie te krijgen? Ze hebben in ieder geval een stevige uitdaging aan Sorrotore. Een typische maffiabaas met een ijskoude blik, een hekel aan kinderen en teveel wax in zijn haar. Bijgestaan door zijn trawanten leveren ze stevig weerwerk, en moeten Vita en haar vrienden alles op alles zetten.

Rundell slaagt er in met woorden een prachtige omgeving en sfeer te scheppen. De illustraties van Matt Saunders maken het verhaal helemaal af. Met zijn pentekeningen in het begin van elk hoofdstuk ondersteunt hij het verhaal op een prachtige manier. Rundell creëert fijne personages die voldoende diepgang meekrijgen. Er zit een goede vaart in het verhaal, en die blijft ook de hele tijd aanwezig. Een spannend, uitdagend verhaal dat goed opgebouwd en heel mooi geschreven is.