De gestrande meermin

DE OPSTAND OP EEN SLAVENSCHIP VAN DE VOC

1765 Zuid-Afrika. De twaalfjarige weesjongen Jeronimus Schellings werkt als sjouwer in een pakhuis op Kaap de Goede Hoop. Na een conflict met zijn baas neemt hij als scheepsjongen dienst op het schip de Meermin. Koopman Olaf Leij moet voor de VOC slaven halen uit Madagaskar. Die zullen worden ingezet bij de bevoorrading van voedsel en vee voor de schepen die vanuit Europa naar Oost-Indië varen. Jeronimus wordt gedwongen om samen met de bemanning inlanders van Madagaskar als slaven naar Zuid-Afrika te voeren. Bij de gevangenen bevindt zich het jonge meisje Xiomara. Tijdens de boottocht naar de Kaap moeten de slaven klussen opknappen. Zo zijn ze soms bevrijd van hun ketenen. Plots komen ze in opstand. Ze dwingen de kapitein opnieuw koers te zetten naar hun eiland. Maar de slaven worden bedrogen. Het schip strandt in de Struisbaai vlakbij Kaap Agulhas. Uiteindelijk worden de opstandelingen opnieuw gevangen gezet. De blanke scheepsjongen Jeronimus vlucht met het slavenmeisje Xiomara naar het binnenland. Dit verhaal is gebaseerd op echt gebeurde feiten. Dankzij het bewaarde logboek kon men de wrakstukken van de Meermin enkele jaren geleden lokaliseren. Men is nog volop bezig met de opgraving van dit VOC-schip. Een boeiend historisch verhaal over een minder fraaie kant van de handelspraktijken van deze compagnie. De kooplui deinsden er toen niet voor terug om zwarte inboorlingen van Zuid-Afrika of van Madagaskar op brute wijze tot slaaf te maken. Een visser, verre afstammeling van Jeronimus en Xiomara, vertelt dit verhaal aan twee weetgierige scholieren die op zoek zijn naar voorwerpen uit het gestrande slavenschip. Nuttig bij dit verhaal is het kaartje met de zeevaartroute. Het woord 'assegaai' ontbreekt in de verklarende woordenlijst.