De Fnuiken en andere verhalen

Dit boek(je) mag je gerust een klassieker noemen: de eerste druk dateert van 1961. Er staan vier korte, humoristische verhalen in voor kinderen die het lezen net onder de knie hebben. Het eerste verhaal 'De Fnuiken' begint zo: "Ver weg, in de Flikflakbaai, wonen de Fnuiken. De Flikfnuiken hebben een ster op hun buiken. De Flakfnuiken niet. Flakfnuikbuiken zijn bloot. Dat is het verschil. Dit verschil is niet groot." Daarmee is de toon van de verhalen gezet. Je voelt het al aankomen: "Flikfnuiken kunnen geen Flakfnuiken velen. Hun kinderen mogen niet met elkaar spelen." Een handige charlatan weet munt te slaan uit dit conflict. Zijn naam is: professor Hieronymus Meeker. Hij heeft een machine op zijn truck die wasechte sterren op de Flakfnuikenbuiken kan zetten voor drie euro per stuk. Eén voor één floepen de flakfnuiken door de machine: "Nu zijn wij volwaardige fnuiken. Nu hebben wij sterren, nu tellen wij mee. Nu krijgen wij worstjes en Flikfnuikenthee." Maar de Flikfnuiken willen dat er een verschil blijft. Dan komt Hieronymus Meeker weer op de proppen. Voor vijf euro haalt hij de sterren bij de Flikfnuiken weg. De Flikfnuiken noemen een ster een stigma; dus voelen de Flakfnuiken zich 'gestigmatiseerd'. Hieronymus' machine draait nu op volle toeren: voor tien euro ster eraf, voor zeventien euro ster er op. "De Fnuiken gaan beurtelings door de machine. Hieronymus Meeker blijft euro's verdienen." Hij vertrekt met een auto vol geld en geen Fnuik die nog weet of hij Flik was of Flak, want sterren of niet, alle Fnuiken zijn dom. Toch is er iets veranderd bij de Fnuiken. Ze beseffen: "een Fnuik is een Fnuik, wat voor buik hij ook heeft. Een ster op een buik doet niet langer ter zake. Verschil mag er zijn, maar je moet het niet maken." Heerlijke humor en op één of andere manier herkenbaar eigentijds. Of niet? Moeilijke tongbrekers als 'Flakfnuikbuiken', 'gestigmatiseerd' en 'Hieronymus' zijn een leuke uitdaging voor kinderen die net kunnen lezen. Dat de tekst op rijm staat helpt ook een handje.
Het tweede verhaal 'Twee Zwarrige Zwanten' staat ook op rijm en gaat eveneens over een stupide situatie. Een Noordwaartse Zwant en een Zuidwaartse Zwant ontmoeten elkaar in het midden van de woestijn. De ene weigert voor de andere opzij te gaan. Zij blijven staan, maar de tijd gaat voorbij en "Ze staan er nog steeds, die twee zwarrige Zwanten, omringd door verkeer van verschillende kanten. Standvastig en star, in hun zwarrige spoor. De Zwanten staan stil, maar de wereld draait door ..."
Het derde verhaal 'Allemaal Sammen' gaat over de 23 kinderen van Dieuwertje van Dam en die heten allemaal Sam. Niet slim en heel onhandig en dan denkt Diewertje hoeveel beter het geweest was als ze hen elk een andere naam had gegeven. Ze somt ze alle 23 op. Een beetje mager, dit verhaal, in vergelijking met de twee vorige.
Het vierde verhaal 'Voor niets of niemand bang?' gaat over een konijn, of is het een haas, die vertelt wat hem overkwam. "Ik was voor niets of niemand bang. Niet echt, ook nooit geweest." Tot hij op een avond in het bos een lege broek voorbij zag zweven. "Ik was niet bang. Ik schrok, dat wel, maar bang is overdreven." Toch zet hij het op een lopen. Een week later ziet hij die lege broek voorbij fietsen in de stad en de volgende nacht ziet hij hem weer aan de vijver. Hij verstopt zich in een strikkelstruik met heel veel stekels en gaat dan zaadpollen van grobbensnob plukken. Terwijl hij aan het plukken is, tast hij in het rond en voelt ... en dan gilt hij het uit van angst en merkt dat de broek even bang is hij. Dit verhaal gaat over onredelijke angst. Het bevat veel technische leeshoogstandjes.
De meeste verhalen zijn heel grappig en ze hebben allemaal iets om over na te denken. De illustraties sluiten naadloos aan bij de verhalen. Jammer dat de boekjes van Dr. Seuss zo weing ingang vinden in bijvoorbeeld een tweede leerjaar. Ze zijn veel uitnodigender dan wat kinderen van die leeftijd vaak te lezen krijgen.